Een overlijden is al triest genoeg. Als het daarna over de erfenis gaat moet je goed opletten. Meestal erf je geld en/of (emotioneel) waardevolle spullen. Maar je kunt ook schulden erven waarvoor je als erfgenaam opdraait. Hoe zit dat?
Lees ook:
Testament van levensbelang: 7 tips
Schulden van je ouders
Het komt best vaak voor: je laatst levende ouder is overleden en je krijgt met de erfenis te maken. Dan ontdek je dat je ouder(s) in de laatste fase van hun leven schulden hebben gemaakt. Misschien waren ze niet meer helemaal bij de les, in elk geval wist je er niets van. Dat is dus driedubbel schrikken: hoe konden die schulden ontstaan, vraag je je af, waarom wist je er niet van, en als erfgenaam moet je in beginsel die schuld aflossen.
Accepteren of niet?
In de wet staat dat je ook nee kunt zeggen tegen een erfenis. Dat valt te overwegen als je erachter komt dat je anders ook schulden gaat erven. In de praktijk moet je dan bijna cynisch gaan rekenen: hoeveel erf je qua vermogen (als daarvan sprake is), hoeveel zouden bijvoorbeeld kunst of (antieke?) meubels bij verkoop kunnen opbrengen? Kan de schuld uit de erfenis betaald worden?
Erfopvolging
Als je inschat dat dit niet zo is, dan zeg je (bij de notaris) dat je de erfenis ‘verwerpt’. Ben je van die geërfde schuld(en) af. Maar let op: níet de volgenden in de lijn van erfopvolging! Je kinderen, kleinkinderen. Pas als ook zij de erfenis ‘verworpen’ hebben (ook bij de notaris) ben je als familie en erfgenamen van die schulden af. Uiteindelijk moet de Nederlandse staat die schulden dan gaan inlossen.
Verwerpen
Afzien van een erfenis moet je binnen drie maanden na een overlijden notarieel geregeld hebben. Dit geldt ook voor de eventuele andere erfopvolgers. Je kunt op zo’n verwerping niet meer terugkomen. Dus als in een later stadium blijkt dat de erfenis toch een positief saldo oplevert, dan is de staat de winnaar.
Een tussenweg: ja én nee
Er is dus alle reden om heel omzichtig met een erfenis om te gaan. Eerst alle cijfers (administratie van de overledene) boven tafel en dan naar de notaris. Dat moet altijd bij erfenissen. Hij/zij zal – als er geen duidelijkheid is over de omvang van de erfenis en de schulden – adviseren te kiezen voor de zogeheten benificiaire aanvaarding van de erfenis. Je zegt dan eigenlijk ja én nee tegen de erfenis. Je aanvaardt hem en zegt tegelijkertijd nee als er meer schulden dan bezittingen blijken te zijn. Je moet wel naar de notaris als je voor deze vorm van acceptatie kiest.En als jij voor benificiaire aanvaarding gaat, dan moeten de overige erfgenamen dat ook doen.
Notaris
Het moet volgens de wet allemaal binnen drie maanden na een overlijden geregeld zijn. Een gesprek met een notaris is onvermijdelijk. Maar zo iemand kan je ook van alles vertellen over schulden binnen een erfenis. Bijvoorbeeld een studieschuld die wordt kwijtgescholden.