Een mooie omelet bakken is een kunst. Echt moeilijk is het niet, maar je moet het kunstje wel even onder de knie krijgen. Geen probleem. Met onderstaande tips lukt het altijd.
Lees ook:
Een ei hoort erbij. Of liever niet?
Omelet
Het verhaal gaat dat Napoleon, ergens in het begin van de 19eeeuw, met zijn troepen op doorreis door Frankrijk besloot te overnachten in het stadje Bessières. De lokale herbergier serveerde een smakelijke kaasomelet. Daar was de kleine keizer zo van gecharmeerd dat hij opdracht gaf alle eieren in het plaatsje bij elkaar te scharrelen en er een giga-omelet voor al zijn manschappen van te bakken.
Sindsdien vliegen de records omeletbakken je om de oren. Met als wereldrecordhouders de koks van Ferreira do Zêzere in Santarém, Portugal, die op 11 augustus 2012 een eibaksel wisten te produceren van 6,452.35 kilogram, waaraan 145.000 eieren en een pan met een doorsnede van 10.3 meter te pas kwamen. Het record staat nog steeds, maar of die omelet ook echt smakelijk was…
De basis
Breek de eieren in een ruime kom en klop ze goed los. Voor een romiger resultaat kan er een scheutje melk of room bij. Breng op smaak met zout en peper en kluts net zo lang tot eiwit en eigeel een egale lichtgele massa vormen.Hier kun je het bij laten, maar je kunt je omelet natuurlijk ook op allerlei manieren versieren.
Wil je ingrediënten (denk aan kaas, peterselie, preiringetjes, hamreepjes en dergelijke) laten meegaren, meng ze dan door het losgeklopte ei voor het de pan in gaat. Je kunt je omelet ook achteraf beleggen (in de pan, zodat het beleg nog een beetje meegaart, of op het bord) met bijvoorbeeld plakjes tomaat, avocado, zalmsnippers, bieslook enz.) voor een extra vers effect.
De methode
- Verhit een scheut olijfolie en een klontje boter in een ruime koekenpan met een platte bodem. Het beste is een pan met vlakke bodem en een anti-aanbaklaag.
- Giet het eiermengsel erin. Hou de pan schuin en laat met een draai van de pols het mengsel over de hele bodem uitlopen. Zet de pan terug op het vuur, laat even aanwarmen en draai het vuur dan laag.
- Bak de omelet liever op te laag vuur dan te hoog: bij te hoog vuur kan de omelet aan de onderkant verbranden terwijl de bovenkant nog niet gestold is.
- Schud de pan af en toe heen een weer tijdens het garen, zodat de omelet niet vastkleeft. Duw de zijkanten met een spatel regelmatig naar het midden om te voorkomen dat de zijkanten aankleven.
- Controleer de bruintegraad door met een vork of mes de zijkant van de omelet op te tillen en eronder te gluren: goudbruin is de bedoeling, terwijl de bovenkant een beetje zompig moet blijven.
Hoe wil je ‘m hebben?
Klassiek: dubbelgevouwen. Als de omelet aan de onderkant begint te garen, vouw je ‘m met behulp van een spatel dubbel en draai je het vuur uit. Laat hem circa 30 seconden doorgaren in de warme pan.
Eigentijds: omgekeerd. Zodra de onderkant goudbruin en de bovenkant gestold is, neem je een grote deksel of een plat bord. Je laat de omelet erop glijden, zet de koekenpan er ondersteboven op en keert de hele handel om. Nu kun je de onderstebovenkant laten garen. Niet te lang, de omelet moet een beetje zacht blijven van binnen.
Modern: onder de grill. Zet – terwijl de omelet in de koekenpan ligt te garen – de oven op de grillstand. Als de grill gloeit, de omelet aan de onderkant goudbruin en aan de bovenkant nog een beetje zompig is, de pan van het vuur halen en vlak onder de grill schuiven om een paar minuutjes verder te garen. Wel de steel van de koekenpan buiten de oven laten steken en de deur open houden! Als ook de bovenkant goudbruin is, is ie klaar. En als het goed is nog een beetje zompig van binnen.
Futuristisch: in de magnetron. Geen zin in gedoe? Vet een schaaltje in met wat olie of boter en klop de eieren erin los. Zet het onafgedekt 1 minuut in de magnetron op de hoogste stand. Roer de eibrei even door en zet die nog 1 tot 1,5 minuut terug in de magnetron tot de eieren helemaal gaar zijn.