Mopperkont Jan Heemskerk ziet ook heus wel de zonnige kant van ouder worden. Hij geeft zeven mooie inzichten die je best tien jaar eerder had willen hebben!
1) Ik kijk nergens meer van op
Ik kijk nergens meer van op. Parlementsleden poedelnaakt in stemmig zwart-wit langs de zwembadrand? Een appartement van 24 vierkante meter voor anderhalf miljoen euro? De buurman die de buurvrouw wil worden? Een topman die 126 keer zo veel verdient als de gemiddelde werknemer in zijn bedrijf? Mijn hoogbejaarde moeder die een tatoeage neemt? Telefoons van 1000 euro? 38 graden in de Nederlandse zomer? Er is een tijd geweest dat ik van mijn stoel zou zijn gevallen van verbazing over de waanzin in de wereld. Niet meer. Want ik weet inmiddels: het kan altijd gekker en als het gekker kan, gebeurt het ook. Noem het de wet van het krankzinnigheidsvacuüm. Ze doen maar. Maar ik doe niet meer mee. Ik kijk nergens meer van op. Wat me brengt op:
2) Het zal mijn tijd wel duren
Het zal mijn tijd wel duren. Lag ik vroeger vaak in bed te tobben over alle rampen die mij en de mijnen zouden kunnen overkomen, tegenwoordig denk ik vaak: ‘Het zal mijn tijd wel duren’. En zo niet, heb ik in elk geval 55 prachtige jaren gehad.
3) Ach, wat lul ik ook
‘Ach, wat lul ik ook!’ Een tikje boertige kreet waarmee mijn lieve vader het gesprek besloot als bleek dat de generatiekloof weer eens onoverbrugbaar was, wij kinderen hem niet begrepen en het nog eens slecht met ons zou aflopen. ‘Ach, wat lul ik ook’. Berusting en frustratie in één, maar vooral ook: opluchting dat hij er in principe ook niets meer van hóefde te vinden, dat ons lot niet langer op zijn schouders drukte. Een bezwering van zijn eigen zorgen en een geuzenkreet van de vrijheid! ‘Ach, wat lul ik ook!’, met gezwollen stem. Probeer maar: alle futiliteit spoelt van je af als een stoffige reis na een warme douche!
4) Alles blijft hetzelfde
Alles blijft tóch hetzelfde. Simpelweg doordat wij al lange tijd leven, en al diverse cycli van het ondermaanse hebben doorgemaakt, weten we: in principe verandert er niets. Mensen zullen van elkaar blijven houden en elkaar haten. In groepsverband of individueel naar het leven blijven staan, kinderen krijgen en soms verpesten, een eikel van een baas hebben op het werk, of er zelf eentje zijn. En ze zullen proberen de wedloop tegen de ondergang met behulp van de vooruitgang te winnen. Maar wat het mooist is: elke nieuwe generatie denkt dat hij totáál verschilt van de vorige, de wijsheid in pacht heeft, en briljante inzichten, de wereld gaat veranderen, en van doorslaggevende betekenis gaat zijn voor de loop van de geschiedenis. Wij weten: geen schijn van kans. Dachten wij ook, en moet je ons nou eens zien. Alles blijft hetzelfde. En die wetenschap geeft rust. En vrede. En een hoop leedvermaak om die stumpers die er nog achter moeten komen dat ze slechts voor een moment meedeinen op het tij van de eeuwigheid.
5) Alles is relatief
Alles is relatief. Kijk eens terug naar de momenten die destijds het einde van de wereld leken. Je verkering die uitging – nachten lag je te wenen in je jongensbedje, een fles zielige vakantiedrank bij de hand om je extra ellendig te voelen en ten diepste overtuigd dat het nooit meer over zou gaan. Je weet nu niet eens meer hoe ze heette, en ook niet waarom je haar ooit zo onmisbaar begeerlijk vond. Je (eerste) scheiding! Nooit zou je nog de kinderen zien, en je zou je dagen moeten slijten in een aftandse studentenflat met ratten en kakkerlakken, terwijl je ex snel een rijke vrijer vond maar nog steeds een fortuin aan alimentatie wilde beuren! Viel toch best mee, achteraf? Gelukkig weet je nu beter dan je druk maken over de conjunctuur van het leven. Soms zit het mee, soms zit het tegen, en alles is goddank relatief!
6) Ik hoef niet meer zo nodig
Ik hóef niet meer zo nodig! Kitesurfen van de Kilimanjaro? Er was een tijd dat die ambitie huizenhoog op je bucketlist stond. Net als de marathon van New York lopen, een volmaakt bikinilichaam hebben, naar muziekfestivals gaan of van De Muur afskiën. Tegenwoordig heb je eerder een ómgekeerde bucketlist; van dingen die je niet meer hoeft te willen, kunnen, of meemaken. Dat je heerlijk níet hoeft te parachutespringen of kogelvis eten, grotklimmen in Thailand of haaien knuffelen bij The Great Barrier Reef. Dat je zalig verstek kunt laten gaan bij de obstacle run, de sleutelavond bij de parenclub, en op de partyboot bij Gay Pride. Heerlijk mag niksen met Netflix, een mooi boek, en een dikke knuffel voor je eigen vrouwtje. Of mannetje natuurlijk.
7) Ik ben eigenlijk heel gelukkig
Eigenlijk ben ik heel gelukkig! Op een dag daagt het je: ik ben mijn hele leven op jacht geweest naar bezit en bevrediging, maar nu ben ik eigenlijk gewoon heel gelukkig. Wat zál ik me nog het rambam werken voor een dure auto, wat zal ik gaan kromliggen om de hypotheek op te brengen voor alweer een groter huis. Wat zal ik huis en haard verlaten voor een jongere vrouw of man, die misschien ietsje minder rimpels heeft? Wat zal ik me toch blijven blindstaren op geld en status, terwijl ik het eigenlijk prima voor elkaar heb en de komende dertig jaar comfortabel kan uitzitten? Misschien niet elke dag uitzinnig van vreugde in een jacuzzi met champagne, maar wel heel tevreden met mijn lot en met een mooi boek? Nou dan!