Door Jan Heemskerk
Men zegt vaak: de ouderdom komt met gebreken. Ik zou hier graag het tegendeel beweren. Maar helaas heeft men gelijk. Ter illustratie, en onder het motto ‘gedeelde smart is halve smart’ deel ik graag de diverse kwaaltjes en gebreken die mijn lichaam sluipenderwijs met de middelbare leeftijd zijn binnengeglipt:
1) Problemen met de ogen
Ik ben bijziend. Strikt genomen geen ouderdomskwaal, want hiervoor draag ik – al vanaf mijn zesde levensjaar – een dikke uilenbril. Alles dat zich verder dan tien centimeter van mijn ogen bevindt, is onscherp of onzichtbaar. Zonder bril overleef ik hooguit tien minuten in de jungle. Sinds kort – en dat is wél een leeftijdskwestie – heb ik ook een leesbril nodig. Ik ben dus nu zowel ver- als bijziend, zie helemaal niets meer scherp, tenzij ik een dubbele- of varifocusbril draag, die helpt ‘overschakelen’ van (heel) ver weg naar (heel) dichtbij. Voor het werken op een beeldscherm heb ik dan wel een speciale computerbril nodig, die rotsvast staat afgesteld op 70 cm afstand, want dat valt net een beetje tussen ver weg en dichtbij, en dan ga je met je dubbelfocusbril de hele tijd zitten ‘schakelen’ en daar worden je ogen moe van. Ik heb ook nog lenzen, waarmee ik als een havik kan zien op de lange afstand, maar niets dichtbij, daarvoor heb ik dus een ‘gewone’ leesbril, die ik ‘over’ mijn lenzen draag. Tenslotte heb ik een zonnebril op sterkte, maar niet dubbelfocus, zodat ik met zonnebril op het kaartlezen aan moeder moet overlaten. Tot overmaat van ramp zijn mijn ogen gelaserd omdat de oogbaldruk te hoog was en dat kan uitdraaien op glaucoom, én zweven er sinds kort allerlei zwarte en onscherpe vlekjes in mijn zicht. Dat zijn troebelingen in het oogbalvocht, zegt de oogarts, kan geen kwaad, gaat nooit meer weg, moet ik maar aan wennen, komt uiteindelijk bij iedereen, met de ouderdom, maar ietsje eerder bij mensen die al lang een bril dragen. Zoals ik, vanaf mijn zesde! Mooi!
2) Gedoe met de oren
Nooit last van gehad, tot een paar jaar geleden het geluid uitviel, eerst op links, toen op rechts. Lastig als je dagelijks een vergadering moet leiden aan een tafel van tien meter en uit de gelaatsuitdrukking van de deelnemers moet zien op te maken (zie ook: ogen) waar ze het in hemelsnaam over hebben. Bezoek aan de KNO-arts wijst uit: niets onherstelbaars, kwestie van de gehoorgang leeg stofzuigen, gaatje prikken in het trommelvlies zodat opgehoopt vocht van binnen naar buiten kan stromen en presto, we horen weer alles en méér! Als we maar elk half jaar grote schoonmaak komen doen bij de vriendelijke specialist, die dit kleverige karweitje zonder mopperen opknapt. Zelf een oorstofzuiger aanschaffen wordt afgeraden, want zo’n trommelvlies is teer en gevoelig voor allerlei helse infecties. Dat je het weet.
3) Gedonderjaag met de schouders
Van de ene dag op de andere zit de rechterschouder op slot. Proberen te bewegen levert helse pijnen op. Op naar het schoudercentrum in het ziekenhuis voor een batterij x-rays en echo’s. Diagnose: frozen shoulder. Een mistige aandoening waarbij de schouder compleet op slot gaat. Vergeet de tenniscompetitie maar voor een jaar, golf gaat wel, want daar slingert je rechterarm toch maar wat lusteloos mee. Gelukkig speel ik golf, geen tennis. Ik krijg een cortisonenspuit die niet helpt en een fysiotherapeut die haar stinkende best doet me nog meer pijn te doen dan mijn schouder. Toch nog redelijk snel (na driekwart jaar) kan ik weer voorzichtig een balletje gooien. Een half jaar later zit mijn linkerschouder op slot. Vergeet de golfcompetitie maar voor een jaar. Tennis gaat wel, want met rechts. Helaas speel ik geen tennis. Andere fysiotherapeut, zelfde pijn. Ik verwacht volledig herstel binnen een half jaar na nu. De fysiotherapeut houdt het op 80%.
4) Last van pijn aan de hielen
Waarschijnlijk – ondanks duur en deskundig schoeisel – veroorzaakt door toename in sport en beweging, heb ik pijnlijke pezen rond de hielen. Dat zal me leren te doen of ik nog 45 ben. Doet behoorlijk pijn en draait volgens de orthopeed makkelijk uit op een chronische blessure. Heb nu zooltjes in sport- en voetbalschoenen, ander schoeisel wordt voorlopig eigenlijk afgeraden, zodat ik er nu permanent bijloop als een Amerikaanse 80-jarige.
5) Donderende flatulentie
Ik weet het, ik weet het, ik houd het kort. Mede-lijders zullen net als ik verbaasd staan over de omvang en regelmaat waarmee massieve luchtophopingen zich luidruchtig en opgepast manifesteren. Zowel reguliere als alternatieve medicijnen bieden vooralsnog geen soelaas, net zo min als verandering van spijs – dat is eerder de oorzaak, met al die peulvruchten, bonen, en kolen. Hoewel vet vlees ook heel provocerend werkt.
6) Nachtplassen
Ik had ervan gehoord maar wilde het niet geloven. Totdat ook ik twee à drie keer per nacht wakker werd omdat ik moest plassen en dat had ik vroeger nooit. Ook hier falen alternatieve geneesmiddelen. Maar ach, ik kan tegenwoordig al zowat plassen in mijn slaap. Op de wc, wel te verstaan.
5) Varia en herstel
Een jaar geleden viel ik met mijn fiets tegen de straatstenen vanwege nat gebladerte. Op mijn heup-schouder-ellenboog-pols. In die volgorde. Het deed pijn maar leek mee te vallen. En ik was allang blij dat die vrachtwagen op tijd stopte. Twee maanden later gleed ik uit over een ijsplaat op wintersport. En viel op dezelfde heup-schouder-ellenboog-pols. Het deed zeer en was gezwollen, maar leek mee te vallen. Niets blijkt echter minder waar. Ik kan nog steeds geen gewicht op mijn linker pols verdragen, terwijl er toch heus niets is gebroken, al kraken de middenhandsbeentjes als een knekelhuis. Gelukkig heb ik een Frozen Shoulder aan dezelfde arm, dus ik kon er toch al niks mee. Relevant aan dit verhaal is vooral de constatering dat het een absolute eeuwigheid duurt voor een relatief onbeduidend letsel is hersteld. En dat was vroeger ook wel anders.
Resumerend. Zou men aan mij vandaag de dag vragen hoe het met me gaat, zou ik dus alle recht en reden hebben iets te mompelen in de sfeer van ‘naar omstandigheden redelijk wel’ of ‘Ik mag niet mopperen, maar…’. Want er is per saldo weinig over van de soepele en onverwoestbare jonge God die ik eens was, en alle hoop op verbetering is goeddeels vervlogen. Toch weiger ik mij te wentelen in zelfbeklag en houd ik er de moed maar in, desnoods tegen beter weten in. Want het kan altijd nog erger, zou mijn lieve moeder zeggen, maar die heeft makkelijk praten: 77 en fietst nog zonder bril.
Columnist Jan Heemskerk is oud-hoofdredacteur van mannenbladen MAN, FHM en Playboy en is nu opperbaas van meneren.nl, schrijver, journalist, radio- en theatermaker, programma-ontwikkelaar en columnist van Blijtijds. Elke eerste maandag van de maand lees je hier zijn nieuwste column over ouderdom en alles wat daarmee te maken heeft. Uiteraard met een vleugje humor.