Een moestuin levert niet alleen lekkere verse groente en fruit op, maar zorgt ook voor ontspanning. Moestuinexpert Floor Korte geeft tips om een moestuin aan te leggen, in de tuin of op het balkon.
‘Veel beestjes betekent veel leven en dus voedzame grond’
Floor Korte
Floor Korte kweekt haar eigen groente en fruit en blogt daarover op www.floorsmoestuin.nl. Ze werkte mee aan het tv-programma ‘Eigen huis en tuin’ en heeft twee boeken op haar naam staan: De moestuin en Een jaar in de moestuin. In maart verschijnt haar nieuwe boek De groene tuin.
Een moestuin starten doe je zo
1. Doe een bodemcheck
Voor een moestuin wordt aangelegd is het belangrijk om de kwaliteit van de grond uit te zoeken. Daar moeten de gewassen immers in groeien. Check dit door een handje zand te pakken. Glipt het weg tussen de vingers, dan is het puur zand. Plakt het een beetje, dan ligt er kleigrond. De ideale grond is een combinatie van zand – dat zorgt voor luchtigheid – en leem, dat houdt goed vocht vast. Kijk ook goed of er beestjes zoals pieren en pissebedden rondkruipen. Veel beestjes betekent veel leven en dus voedzame grond. Niet getreurd als dit allemaal niet zo is, want grond valt altijd voedzamer te maken met compost.
2. Onderzoek het aantal zonuren
Vervolgens is het belangrijk om uit te zoeken hoeveel zon de tuin of het balkon op een dag krijgt en op welke plek die schijnt. Houd daarbij rekening met bomen die in de winter kaal zijn, maar in de zomer voor schaduw zorgen. Er zijn namelijk verschillende gewasgroepen, ze onderscheiden zich in zonbehoefte. Pluksla, paksoi en kolen vinden het heerlijk in de schaduw, die kunnen maximaal twee uur zon per dag verdragen. Verse kruiden zoals peterselie, bieslook, basilicum en munt hebben zeker drie uur zon per dag nodig. Dat geldt ook voor spinazie, rucola en lente-uitjes. Vruchtgewassen zoals tomaten, courgettes, aubergine, aardbeien en bessen zijn dol op zon. Check voor de zaden in de grond of de pot gaan, of ze geschikt zijn voor de plaats van de moestuin. De locatie hoeft overigens niet alles bepalend te zijn. Ligt de moestuin voornamelijk in de schaduw? Zaai dan de zonaanbidders in potten die een aantal uur per dag gemakkelijk in de zon gezet kunnen worden. Bang dat de buurtkatten de moestuin als kattenbak gebruiken? Zorg dat dan de bodem tussen de plantjes is bedekt met houtsnippers, cacaodoppen of blaadjes. Je kunt ook een moestuinbak gebruiken of potten ophangen. Dat werkt op een balkon natuurlijk ook perfect.
3. Begin met zaaien
In februari kunnen gewassen die langzaam groeien gezaaid worden, denk aan aubergine en paprika. Dit zijn vruchtgewassen die van warmte houden. Die moeten dus binnen, in een pot opgekweekt worden en kunnen vanaf half mei buiten de grond in. Vaak wordt hiervoor IJsheiligen aangehouden. Check de weersvoorspelling, blijft het warm, dan kunnen de plantjes naar buiten. Laat de plantjes even wennen aan een koudere temperatuur door ze eerst een week lang overdag buiten te zetten en weer binnen te halen voor de nacht. Vanaf april kunnen sla, erwten, palmkool, bietjes en wortels al buiten worden gezaaid. Spinazie, kleine bietjes en sla zijn na zes weken al klaar om te oogsten. Courgettes hebben wel een maand of vier nodig. En tomaten zelfs een halfjaar. Een moestuin vergt wat geduld. Elke dag even kijken hoe de planten ervoor staan en even met de handen in de aarde heeft op veel mensen een ontspannend effect. Als laatste zorgt een moestuin ook voor bewustwording. Ik blijf het indrukwekkend vinden om te zien welke weg groente en fruit afleggen om te groeien.
Tekst: Yvonne Brok
