De regering wil dat iedereen van gevorderde leeftijd zo lang mogelijk in zijn/haar vertrouwde omgeving kan blijven wonen. En wie wil dat nu niet? Je eigen huis in plaats van die andere wereld van een zorginstelling. Daarvoor kan best wat geregeld worden. Of het nu voor jezelf of voor je ouder(s) is.
Verzorgingshuis
We vergrijzen in ons land. Er zijn nu 1,3 miljoen 75-plussers, van wie 92% nog gewoon ‘thuis’ woont. Maar 25 procent van hen redt het niet meer helemaal zelfstandig. Ze hebben – soms alleen maar af en toe – hulp en zorg nodig. Je kunt denken aan ‘mantelzorgers’ zoals kinderen, andere familie, vrienden en buren die een helpende hand toesteken. Maar de overheid heeft ook iets te bieden. Wat dat behelst, staat in het actieplan ‘Langer thuis’ waarvoor € 340 miljoen is uitgetrokken.
Méér mogelijk dan je denkt
In de praktijk moet je voor hulp en zorg aankloppen bij het Wmo-loket van je gemeente. Daar wordt gekeken wat er voor je te regelen is. Misschien meer dan je denkt. In een aantal gemeenten hebben ze nu speciale wijkteams die een persoonlijk ondersteunings- en zorgplan voor je opstellen. Zo’n team kijkt dan bijvoorbeeld of je huis eventueel kan of moet worden aangepast aan jouw situatie. En ze wijzen je op min of meer nieuwe technische snufjes, waardoor je met één druk op de knop hulp kunt inschakelen. Of waarmee je zelf kunt bepalen wie en wanneer bij je mag binnenkomen.
Wie betaalt dat?
Klinkt goed. Maar alleen de zon komt gratis op en dus is de vraag: wie betaalt dat allemaal? Een gezamenlijk onderzoek van het Centraal Planbureau, het RIVM (Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu) en de Erasmus School of Economics toont aan dat je voor de samenleving niet ‘duurder’ bent als je zo lang mogelijk – met hulp en zorg – thuis blijft wonen. Heel gemiddeld genomen kost je verblijf in een zorginstelling volgens de jongste cijfers € 12.450. Blijf je thuis, dan praat je over € 11.140. Dat verschil in aanmerking genomen ligt het voor de hand dat behalve de regering ook de zorgverzekeraars liever zien dat je zo lang mogelijk thuis blijft.
Thuis wonen: wat zou kunnen?
- In de eerste plaats je huis laten aanpassen. Een douche in plaats van een bad, een traplift, je huisdeur toegankelijk voor een rolstoel. Om maar wat te noemen.
- Een soort abonnement op huishoudelijke dienstverlening. Iemand die vroeger ‘werkster’ heette, komt langs op afroep.
- Een soort abonnement op zorg. Als het even tegenzit, kun je iemand waarschuwen.
- De installatie van allerlei (soms digitale) veiligheidsvoorzieningen. In de ruimste zin van het woord: van medische aard (op tijd medicijnen innemen) tot bescherming tegen criminaliteit.
Gemeente en de Wmo
Voor al dergelijke dingen heeft de Rijksoverheid die € 340 miljoen beschikbaar gesteld. De zorgverzekeraars betalen hieraan mee. Maar je moet je wel tot de gemeente wenden om een en ander geregeld te krijgen. Een speciaal Wmo-team van de gemeente bekijkt of je in aanmerking komt voor bijvoorbeeld een traplift of een scootmobiel. Dit gaat een stuk minder eenvoudig dan vroeger, en het kan ook weleens gebeuren dat de gemeente tot andere bevindingen komt dan jijzelf. Dat leg je dan voor de ouderenombudsman. Die is er gelukkig ook.