Op werkgebied, thuis of bij je (sport)vereniging werk je nauw met mensen samen. Het geven én ontvangen van feedback komt hier beslist bij kijken. Feedback kan zowel positief als negatief zijn, maar is altijd opbouwend. Oftewel, commentaar waar de ander iets van opsteekt. Maar, hoe geef je effectieve feedback?
Feedback geven doe je zo
1. Leef je in
Feedback roept eigenlijk altijd emotie op, bij de gever en de ontvanger. Verplaats je in de situatie van de ander en vraag jezelf af of jouw commentaar de ander kan helpen. Ga ook na of je een juist moment hebt uitgekozen om de feedback te geven. Probeer iemand onder vier ogen te spreken, op een rustig moment.
2. Ben specifiek
Pas op met direct commentaar op iemand afvuren, zonder dat je eerst zelf helder hebt nagedacht wat je precies dwars zit. Zorg dat je beknopt kan uitleggen hoe je andermans gedrag ervaart. Hoe specifieker je bent, hoe meer de ander ervan kan leren.
3. Bevraag en benoem
Of andersom. Kies ervoor om een vraag te stellen en daarna feedback te geven. Begin bijvoorbeeld met ‘Valt het jou ook op dat…?’ Je kunt ook eerst feedback geven en daarna een vraag stellen. Zo wordt de ontvanger geïntroduceerd en krijgt hij het gevoel dat zijn visie telt.
4. Doe geen interpretaties
Vermijd eigen invullingen, aannames of vermoedens. Baseer je feedback op concrete feiten. Geef aan wat je hebt waargenomen, zonder dat je rechstreeks ‘jij doet dit fout’ zegt. Beschrijf eerder het effect van iemands gedrag, zoals: ‘jouw werkhouding zorgt er soms voor dat…’
5. Spreek voor jezelf
Gebruik de ik-boodschap. De ik-boodschap zegt iets over jou. Met ‘Ik merk dat …’ in plaats van ‘jij doet altijd…’ zal de ontvanger zich minder aangevallen voelen. Daarnaast heeft de ander jouw behoefte of vraag om begrip te respecteren. Communiceer volgens de GGG’s: Geef eerst aan welke gevolgen dit gedrag heeft voor jou. Geef dan je gevoel aan, dus wat dit met jou doet. Geef tenslotte aan wat je gewenst veranderd te willen.
6. Ben actueel
Geef je feedback zo snel mogelijk. Je kunt dan secuurder met voorbeelden komen en de kans op herkenning is groter. Beperk je tot het hier en nu; haal geen oude koeien uit de sloot.
7. Vergeet de complimenten niet
Wissel complimenteuze en corrigerende feedback met elkaar af. Complimenten en schouderklopjes schieten er vaak bij in. Jammer, want zo laten we een kans liggen om de ander te motiveren. Complimenten geven doe je zo.
8. Controleer of de ander het begrepen heeft
Geef de ander altijd ruimte om te reageren en zijn kijk op die situatie te geven, dan hoor je meteen of hij begrijpt wat je bedoelt. Of vraag tijdens het gesprek naar de reactie: ‘Kun je je dat voorstellen?’ of ‘begrijp je wat ik bedoel?’. We zijn ons namelijk niet altijd bewust van ons eigen gedrag.